In de Volkskrant van 14 oktober staat een artikel over ‘Blijf-van-mijn-lijfhuis 40 jaar’ met een wat zure tekst over het ontstaan van het eerste Blijf-huis aan de Omval (de Volkskrant spreekt van Omwal) in Amsterdam. Volgens het artikel was het maar een raar dogmatisch zootje toen. “De bewoners, vrouwen die hun handtastelijke man waren ontvlucht, dreven in permanent onderling overleg een ongestructureerd huishouden. Ze namen zelf de telefoon op en ze haalden lotgenoten af van het station of bij een naburige bushalte” lees ik in het artikel. Niks mis mee, zou ik zeggen. De verdediging van de oprichtsters komt van de directeur van de huidige ‘Blijf Groep’, die verklaart mild te oordelen over het dogmatisme van de vrouwen van het eerste uur. Wat meer aandacht en waardering voor het baanbrekende van het initiatief om in de jaren zeventig (!) een Blijf-huis op te richten ontbreekt. Ik vind dat er te veel met de ogen van nu naar het verleden wordt gekeken. Ik zal het daar met het beschrijven van 40 jaar jeugdzorg nog moeilijk mee krijgen. Want hoe beschrijf je – met de kennis van heden – het verleden zonder de verdiensten van toen uit het oog te verliezen?